Werkzame elementen van opvoedinterventies

Opvoedinterventies richten zich op verschillende thema’s, zoals omgaan met druk gedrag en ouder- en kind communicatie. Naast verschillende thema’s, omvatten interventies ook verschillende technieken die worden ingezet om effect te bereiken bij de ouder en het kind. Zo kan gedacht worden aan rollenspellen, het geven van instructies en het stimuleren van sociale interactie tussen ouders. Eerder onderzoek is vooral gedaan naar het effect van een interventie. Wij willen echter onderzoeken welke elementen zorgen voor het gevonden effect. Ofwel, we zijn benieuwd naar de vraag ‘wat werkt, voor wie en waarom?’.

 

Om hier antwoord op te krijgen worden vanuit het LUMC in Leiden twee onderzoeken uitgevoerd. Allereerst worden de elementen geïdentificeerd in de opvoedinterventies die in Nederland worden aangeboden. Hierbij ligt de focus op preventieve opvoedinterventies die zijn opgenomen in de databank effectieve interventies van het NJI. Dit onderzoek geeft zicht op de elementen die vaak worden gebruikt, het aantal elementen dat voorkomt in interventies, en de elementen die vooral worden gebruikt bij bepaalde thema’s of doelgroepen. De resultaten van de werkzame elementen in opvoedinterventies die in Nederland worden uitgevoerd zijn in 2017 verzameld.

 

Daarnaast wordt een internationale literatuurstudie gedaan waarin wordt gekeken hoe effectief de verschillende (combinaties van) elementen zijn. Dit wordt gedaan doormiddel van een meta-analyse en de meta-CART methodiek. Dit richt zich op interventies wereldwijd. De resultaten van dit onderzoek worden in 2019 verwacht.

 

De informatie over de werkzame elementen in opvoedinterventies in Nederland wordt gebruikt in de andere CIKEO onderdelen, zoals het onderzoek onder aanbieders van interventies en het onderzoek van het Erasmus MC.

 

 

Observationele cohortstudie

 Het Erasmus MC uit Rotterdam voert een observationele cohortstudie uit, een naturalistische effectevaluatie: een onderzoek in de dagelijkse praktijk van de jeugdgezondheidszorg. Op twee verschillende manieren worden ouders van kinderen (<7 jaar) benaderd om deel te nemen aan het onderzoek.

 

Via Jeugdgezondheidzorgorganisaties worden ouders uit de algemene populatie gevraagd om tweemaal een vragenlijst in te vullen over verschillende onderwerpen rond opvoeding en opgroeien. Daarnaast worden ouders via aanbieders en ontwikkelaars van opvoedinterventies gevraagd om deze vragenlijsten in te vullen. Tot slot worden ouders die deelnemen aan een opvoedprogramma via websites rondom het thema opvoeden uitgenodigd om de vragenlijsten in te vullen. Aan hen worden ook vragen gesteld over het opvoedprogramma dat zij volgen. 

 

Uit het onderzoek van het Erasmus MC zal kennis komen over welke (combinatie van) blootstelling aan elementen van opvoedsteun geassocieerd is met een verbetering van de opvoedsituatie en/of vermindering van problematiek. Daarnaast zal het Erasmus MC bijdragen aan een kosteneffectiviteitsanalyse (KEA) waarbij op systematische wijze de kosten en effectiviteit van het element/de interventie per ontvanger berekend worden.